BOVENBOUW
Tijd van Televisie en computer
ā
Aantekeningen > kijk hier
ā
ā
oefening tijdvak > kijk hier
ā
ā
ā
Kenmerkende aspecten:
ā
* De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog bleven de VS en de Sovjet-Unie over als supermachten. Hun ideologische tegenstelling leidde tot wantrouwen; beide landen voelden zich door de ander bedreigd. Onder leiding van de VS en de Sovjet-Unie kwamen twee ideologische blokken van landen tegenover elkaar te staan. Door de nucleaire wapenwedloop tussen de blokken groeide de kans op een atoomoorlog. Tijden met hoog oplopende spanning werden afgewisseld door tijden met ontspanning, waarin overlegd werd over beperking van de verdere bewapening. In 1989 kwam een vreedzaam eind aan de Koude Oorlog.
ā
ā
* De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
Na 1945 verloor het Westen zijn overwicht in de wereld door de ontmanteling van de koloniale rijken. Tussen 1946 en 1957 werd bijna heel Aziƫ onafhankelijk. Tussen 1956 en 1964 kregen bijna alle Afrikaanse kolonies hun onafhankelijkheid.
ā
ā
* De eenwording van Europa
Na de Tweede Wereldoorlog besloten West-Europese landen tot samenwerking om de vrede te bewaren, de welvaart te bevorderen en de democratie te versterken. Ze voelden zich ook bedreigd door de Sovjet-Unie en wilden samen sterker staan in de Koude Oorlog. De Europese eenwording begon in 1951 met de oprichting van de EGKS die in 1957 werd opgevolgd door de EEG. Na de Koude Oorlog en de Duitse hereniging besloten de twaalf lidstaten tot verdere eenwording in de Europese Unie. Tussen 1992 en 2013 kwamen er zestien landen bij, waaronder veel Oost-Europese landen.
ā
ā
* De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 1960 aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderings-processen
In de jaren 1948-1973 vond in West-Europa een ongekend sterke economische groei plaats.
Dankzij de toegenomen welvaart bouwden regeringen een verzorgingsstaat op, waarin de overheid verantwoordelijk was voor het welzijn van de burgers. De welvaart en toegenomen sociale zekerheid leidden tot grote sociaal-culturele veranderingen.
Terwijl het individu met zijn behoeftes centraal kwam te staan, nam de invloed van de kerk en de traditionele moraal af. Ook de jongerencultuur en de tweede feministische golf droegen in westerse landen bij aan de grote verandering van normen en waarden vanaf de jaren 1960.
ā
ā
* De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
In de westerse wereld maakte de industriƫle samenleving vanaf de jaren 1970 plaats voor een informatiemaatschappij. Door de sociaal-culturele veranderingen ontstond in de samenleving meer ruimte voor verschillende leefstijlen. Door massale immigratie werd de samenleving van Europa ook multicultureel. In de pluriforme en multiculturele samenlevingen van Europa moesten mensen leren omgaan met de grote vrijheid en pluriformiteit.
ā
ā
ā
ā
presentaties van Joost van Oort, een geschiedenisdocent (dan hoor je het ook eens van een ander!)

Overige tijdvakken
ā
1. Jagers en boeren
2. Grieken en Romeinen
ā
3. Monniken en ridders
ā
4. Steden en staten
ā
5. Ontdekkers en hervormers
ā
6. Regenten en vorsten
ā
7. Pruiken en revoluties
ā
8. Burgers en stoommachines
ā
9. Wereldoorlogen